Nieuwsbrief komkommer week 07 2017

Te donker & te hard:

Een komkommer gewas met vrucht heeft minimaal 125 J per dag nodig om in zijn eigen ademhaling te voorzien. Afgelopen week 6 blonk nu niet uit in overdreven veel licht, met 5 dagen onder de 150 J. Je ziet dan al gauw dat een gewas te hard gestookt wordt. De kopjes van ranken worden dun, spichtig en krijgen een vale donker groene kleur. Het gewas is leeg gestookt. Vooral voor rassen als Proloog die een gebrek hebben aan groeikracht betekent dat er een lichting zeer zwakke vruchtbeginsels zit aan te komen. Vruchtbeginsels die, als het weer tegen zit, als zwarte vruchten geoogst gaan worden.

Om dit te voorkomen is het niet alleen genoeg om te streven naar een etmaal onder de 19⁰C. We weten namelijk niet bij welke etmaal temperatuur een komkommer gewas de dissimilatie stil legt. Wat we wel weten is dat deze dissimilatie voor ⅔ in de nacht plaats vindt.
Het verschil tussen gewassen waar, vorige week, het scherm 3 tot 4 dagen ook overdag heeft dicht gelegen en gewassen waar het scherm elke dag open moest is groot. Laatste gewassen hadden aan het eind van de week nog dikke koppen en stonden krachtig, vooral daar waar ook nog vroeg naar de nacht werd gegaan.

Wat we op de computer zien als etmaal temperatuur van de kaslucht geeft zelden de etmaaltemperatuur van het gewas aan. Een doek doet hetzelfde als wat een folie doet, namelijk het tegen houden van uitstraling van een gewas naar een koud object. En dat object is in winter en vroege voorjaar altijd het glazen plafond.
Je ziet na een dag van 70 Joule een etmaal van 18,9⁰C, maar dat was met gesloten scherm voor het gewas 19,5⁰C en dus 1⁰C te veel!

Planten:

Bijna alle komkommerplanten staan gepoot. Kijken we naar Proloog dan wordt het plantmateriaal later in januari gepoot alleen maar gelijker. Ook zien we na half januari geen dwerggroei of zogenaamde Bonsai planten meer. Het valt dit jaar sowieso mee met deze kwaal. We kunnen concluderen dat het percentage bonsai planten toeneemt naarmate de Proloog vroeger gepoot wordt, de opkweek onder donkere omstandigheden plaats vindt en er in de eerste week na het poten lage etmaal aangehouden wordt.

In zowel de Proloog als de Galibrier, maar ook de High power staan manlijke planten. Niet veel maar het is wel hinderlijk. Tevens staan er in de Galibrier planten tussen met gele tot zeer bleek groene vruchten. Vruchten zijn niet kort en het bloemetje is normaal van grootte dus het is geen bleke vruchtenvirus.

Nitriet:

Nitriet in het druppelwater is als een sluipmoordenaar. Heel langzaam gaat de groeikracht uit het gewas, zonder dat dit helemaal dood gaat. Als het gehele systeem van water af- en aanvoer perfect schoon zou zijn komt nitriet in het water niet voor. Maar ja op de meeste oudere tuinen is het een wirwar van buizen onder en boven de grond. Gelukkig wordt de vuilwater opvang steeds vaker elk jaar schoon gemaakt.

Als er ammonium in het voedingswater zit kan dit door bacteriën in een bio film omgezet worden in nitriet (NO2). Dit proces gaat erg snel. De omvorming van nitriet (NO2) naar nitraat (NO3) daarentegen gaat langzaam en kost zuurstof. Nitriet is net als waterstofperoxide en chloor met teststrookjes te meten. En gezien de opbrengstderving die het kan geven is testen een noodzaak.

Spint:

De aantasting door spint begint toe te nemen. Afgelopen 2 jaar zagen we al meer belangstelling voor de Amblyseius Califirnicus. Een duur beestje maar wel effectief bij een geringe druk aan spint. Vanwege de prijs wordt de californicus langs de gevels en bij de poten uitgezet. Het uitzetten van Amblyseius Californicus betekent niet dat de spint bestrijding van zelf gaat. Er zullen altijd grotere hoeveelheden Phytoseius nodig zijn om de spint te contoleren.

Daar waar Biobest 2 jaar geleden het verstuiven van stuifmeel om de Amblyseius Swirskii te voeren, introduceerde slaan Brinkman en Koppert een andere weg in. Beide gaan beproeven of het voeren van Swirskii met voermijten soelaas kan bieden. De gedachte achter het bij voeren is dat de Swirskii alleen voor nakomelingen zorgt indien er voedsel is. Dat is met stuifmeel ook bewezen. Door het om de week stuiven van 500 gram stuifmeel per ha wordt een perfecte populatie Swirskii over het gehele gewas gecreëerd. Is dat duur? Nee, want er kan bezuinigd worden op de inzet van de zakjes met Swirskii.
Of hetzelfde met voermijten bereikt kan worden weten we nog niet. Wat we wel weten is dat voermijten in een kop van de plant in het jonge blad kunnen prikken. Als het blad daarna uitgroeit dan ziet de plant eruit als een gatenkaas. Iets dat bij het verstuiven van stuifmeel niet voor gaat komen.

Zwarte koppen:

Zwarte koppen zijn bij het ras High power niet te voorkomen. Al gaan we ervan uit dat het een vorm van een brandkop is en er dus op kracht geteeld moet worden ze blijven voorkomen. Hard stoken is het zeker niet, maar ook bij krachtige gewassen komen ze voor. We zullen er mee moeten leven.