FASE 1 (door werkgever of leidinggevende uit te voeren)
Communicatie met betrokkene(n) waarborgen.
Indien mogelijk fysieke en mentale status van betrokkene(n) vaststellen.
Exacte locatie en omvang van de crisissituatie vaststellen.
Informeren naar de “toestand” van de chauffeur(s), passagier(s) en/of voertuig(en), indien mogelijk de rit door andere chauffeur laten vervolgen.
Biedt mentale steun, door een voor de betrokken chauffeur bekende persoon, naar de plaats van het ongeval te laten gaan (bij voorkeur een leidinggevende of ervaren collega i.v.m. bekendheid bedrijf).
Er voor zorgdragen dat de gebeurtenis niet wordt vergeleken met ogenschijnlijk soortgelijke gebeurtenissen die eerder zijn gebeurd, dus bewaak de uniciteit.
Vertrouwelijk omgaan met emoties en gegevens van betrokkene.
Indien noodzakelijk of gewenst, bijvoorbeeld indien betrokkene als verdachte wordt gehoord door politie, voor juridische ondersteuning zorgen.
Voor directe hulp (24/7) belt u
Alarmnummer: 06 - 54 360 660
Voor overige vragen belt u ons algemeen nummer: 0252-533 044
FASE 2
Repatriëring van betrokkene en voertuig regelen, indien tijdens fase 1 blijkt dat betrokkene een doodsangstbeleving heeft meegemaakt, zoals vaak ook bij molest het geval is, dan dient betrokkene door een bekende(collega) zo spoedig mogelijk naar huis, of andere voor betrokkene vertrouwde omgeving, te worden gebracht zodat hij zich in zijn eigen sociale omgeving veilig kan voelen.
In overleg met betrokkene het thuisfront informeren. Adviseer betrokkene dit zelf te doen!
De werkgever informeert de collega’s van betrokkene over de gebeurtenis (eventueel via publicatie) om zodoende binnen de organisatie een eenduidig beeld te vormen waarmee het geruchtencircuit binnen het bedrijf dan wel onderweg, wordt voorkomen.
Betrokkene bij voorkeur niet zelf laten rijden, dan wel zonder toezicht te laten werken, om ongecontroleerde herbelevingen en kans op herhaling te voorkomen. Een en ander is ook afhankelijk van het advies dat tijdens de interventie wordt gegeven.
FASE 3
Ook als betrokkene zich niet ziek meldt is het belangrijk contact op te nemen met uw Arbodienst en de bedrijfsarts van de situatie op de hoogte te brengen.
Het gedrag van betrokkene blijven signaleren, ook indien betrokkene niet verzuimt, omdat er toch veranderingen kunnen optreden in het gedrag. Indien duidelijk negatieve veranderingen worden gesignaleerd is het van belang uw bedrijfsarts hierover te informeren.
Bij ziekmelding van betrokkene, direct na een schokkende gebeurtenis of na enkele weken, is het van belang om via de bedrijfsarts van uw Arbodienst alsnog de hulp van RaNed in te schakelen.
Bij gebeurtenissen waarbij dodelijke slachtoffers te betreuren zijn of er sprake is van slachtoffers met ernstig letsel, is het geen vanzelfsprekendheid dat de betrokkene contact zoekt of in contact wordt gebracht met familie of nabestaanden van slachtoffers. Ook het bijwonen van een begrafenis of crematie moet niet als verplichting worden beschouwd.
Dit dient uiteraard altijd in goed overleg, middels contactpersoon, plaats te vinden.
Voor informatie of advies hierover belt u ons algemeen nummer: 0252 - 533 044
Voor info en kosten zie ook nieuwsbrief nummer 3 van 3 september 2012